vrijdag 5 september 2008

Oom Dirk Mulder: kordaat optreden in dienst

Jonge jaren van de broers Gerke en Dirk Mulder
Mijn grootvader Gerke Mulder, die in de voorafgaande anekdotes prominent dan wel terzijde werd voorgesteld, kreeg in zijn derde levensjaar een broer, Dirk Mulder (1884-1951), die net als Gerke, vanaf zijn achtste jaar al in de kruidenierswinkel van vader Johannes Mulder mocht helpen met allerlei klusjes en tevens met het bedienen van de klanten. Dat verleende de beide jongens in de jaren negentig van de negentiende eeuw een semi-volwassen tintje, en dat werd binnen het gezin onderstreept door het borreltje-met-sigaar dat hun vader 's zondags voor hen in petto had.
Om de klanten niet te laten delen in hun conversatie hadden de beide jongens zich aangeleerd onderling ieder woord achterstevoren uit te spreken. Dat leidde ertoe dat sommige cliënten er zeker van waren dat die jonge kinderen al Russisch konden spreken en elkaar nog begrepen ook. Prachtig waren de belevenissen, die mijn grootvader vertelde en die, in dat kader als gekke gebeurtenissen, aandoenlijke anekdotes of moverende momenten te boek stonden en dat tot op hoge leeftijd van de beide broers en hun zuster waren gebleven. Nu ikzelf de grootvaderlijke leeftijd heb bereikt, vertel ik ze weer door aan anderen.

Loting voor militaire dienst
In 1901, toen Gerke Mulder 19 jaar oud was, moest hij deelnemen aan de loting voor militaire dienst. Met nummer 40 werd hij echter uitgeloot, en zo ontsprong hij de militaire dans. Dirk Mulder was twee jaar later minder gelukkig en moest wel voor zijn nummer opkomen. Mijn opa vertelde dat broerlief niet bepaald goed te spreken was over diverse toestanden in de kazerne, maar met name over een drilsergeant met sadistische trekken, een fenomeen dat niet bepaald zeldzaam was en dat nog steeds niet is.
Op een gegeven moment werd het oom Dirk toch te dol, en na een onterechte strafoefening is hij — ik was er vanzelfsprekend niet bij, maar zo vertelden Opa en Tante Jans het mij — op die sergeant afgestapt en heeft hij deze, in Gronings dialect, de onnavolbare woorden toegevoegd:
"Als je me dat nog één keer flikt, dan zal ik je toch een slag aan je kop geven dat die je achterstevoren op de romp staat."
Nooit heeft die compagnie weer last gehad van de verwrongen geest-hobby's van die bewuste sergeant.
____________
Afbeeldingen
1. Bovenste gedeelte van een debetnota van de zaak van overgrootvader Johannes Mulder.
2. Loting-briefje uit 1901, van Gerke Mulder. Dat jaartal is linksonder scheef aangebracht met aniline-potlood en na het vouwen op de andere benedenhoek, zij het iets vager, in spiegelbeeld overgegaan. Daaronder is de met oostindische inkt aangebrachte paraaf van de verantwoordelijke voor de loting ook nog zichtbaar. Het kleine document in kwestie is 9,6 cm breed en het heeft een hoogte van 8,9 cm.

Geen opmerkingen: