dinsdag 2 september 2008

Slimme paarden en oude Oost-Friezen

Overtocht naar Hoboken
Kort na de vorige eeuwwisseling vertrok mijn grootvader met een boot vanuit Rotterdam naar New York — een overtocht die meer dan twee weken in beslag nam — om van daaruit verder te reizen naar Grand Rapids in Michigan, waar een onderkomen en een baan hem wachtten. Ongewtijfeld waren die elementen van opvang geregeld door enkele van de familieleden die daar reeds sedert het midden van de negentiende eeuw woonden en werkten en kinderen hadden gekregen, en zich daarover in brieven steeds positief hadden geuit.
Opa wilde wel eens wat pionieren buiten de sfeer van zijn afkomst — het kruidenierswezen — en in die dagen boden de Verenigde Staten daarvoor ongetwijfeld het beste perspectief.

Wonen en werken
Al direct de eerste dag na zijn aankomst kon hij zijn werk beginnen. Zijn werkgever was door de familie geïnformeerd over het feit dat opa zowel met paarden kon omgaan alsook zo'n wagen kon besturen. Derhalve kon hij onmiddellijk aan de slag. Hij moest toen met een grote wagen, bespannen met twee paarden, alle winkels af waar men de dubbelgebakken beschuiten — de specialiteit van de firma in kwestie — verkocht.
"Dan moet ik nog wel een lijst hebben met adressen," meldde Opa.
"Niet nodig, de paarden kennen de route en ze blijven vanzelf staan voor elke winkel waar jij naar binnen moet."
De eerste zaak, die duidelijk aan de vereisten voldeed, was echter tamelijk klein. Mijn grootvader stapte naar binnen en vroeg in keurig aangeleerd Amerikaans Engels aan een reeds oudere vrouw of ze aanvulling van de speciale beschuiten wenste. De vrouw beduidde hem toen even te wachten, ze draaide zich om en opende een deur. Vervolgens riep ze haar man in een Oost-Fries dialect:
"Kom even, ik kan niet verstaan wat die kerel zegt."
Dat hoorde opa en daarom riep hij direct in het Gronings:
"Of ie ook tweibakkn hebbn moutn."
De vrouw was even met stomheid geslagen, maar vroeg toen:
"Waar kom jij wel vandaan? Wij zijn Oost-Friezen en zelfs na veertig jaar hebben we nog altijd moeite om die Yanks te verstaan."

Terugkeer
In 1906 woonde mijn grootvader daar nog: er werden toen zelfs vanuit die hoek van de VS reizen georganiseerd om het rampgebied van Chicago te bezichtigen, waar net die enorme aardbeving had plaatsgegrepen.
Gerke Mulders toen nog toekomstige vrouw Eiske Bossinga (1885-1924), welke later mijn reeds heengegane grootmoeder zou worden, voelde niets voor een carrière en een privéleven in dat verre Amerika en daarom keerde Gerke Mulder niet al te lang daarna terug naar ons land om in de eigen provincie zijn heil eerst maar weer als kruidenier te beproeven.
____________
Afbeeldingen
1. Opengevouwen dubbele ansicht met een gezicht op de rivier de Grand en de stad Grand Rapids, omstreeks 1905, de tijd dat mijn grootvader in die stad van Michigan woonde en werkte.
2. Gerke Mulder in 1905. Foto genomen door firma Poisson in de G. Div. Street te Grand Rapids.
3. Eiske Bossinga, de latere echtgenote van Gerke Mulder, circa 1903. Zij wilde niet naar dat verre Amerika. Foto genomen door de firma Sanders Jr., Carolieweg te Groningen.

Geen opmerkingen: